|
Ervaringsverhaal
Naam: Ada Beroep: Radiotherapeutisch laborante
Vraag 1 door Dirk:
Luisteren jullie veel naar de radio --> wat wil dat radio zeggen?
Radio staat voor straling, dus nee we luisteren over het algemeen niet veel naar de radio.
Enkel op werkplekken waar niet met patiënten gewerkt wordt, zoals de planning, kan de radio wel aan staan. We gebruiken de straling om kankerpatiënten te behandelen. Vandaar de naam radio therapie.
Vraag 2 door Hugo:
Hoi Ada, nu zeg het maar: wat is een radiotherapeutisch laborante?
In onze functiebeschrijving staat het kort maar krachtig als volgt: “Een radiotherapeutisch laborant(e) verzorgt de voorbereiding en de uitvoering van een radiotherapeutische behandeling met behulp van ioniserende straling en/of gesloten radioactieve bronnen.” We doen dat onder verantwoordelijkheid van een radiotherapeut (arts).
Er komt heel wat bij kijken:
Voorbereiding/planning:
Je geeft de patient (en evt. begeleiders) voorlichting over het doel van hun bezoek.
Je lokaliseert in opdracht van de radiotherapeut het te bestralen gebied en tekent dit aan op de patient.
Je maakt opnamen van het te bestralen gebied met een speciaal rontgentoestel of CT scan of soms met echo apparatuur.
Met behulp van de opnamen maak je een bestralingsplan. Hiervoor gebruiken je een planningscomputer. Door te spelen met de parameters zorg je ervoor dat het doelgebied goed bestraald wordt terwijl het gezonde weefsel en vooral de kritieke organen (dat zijn organen die erg gevoelig zijn voor straling) niet/zo min mogelijk straling krijgt.
Na goedkeuring door de radiotherapeut bereken je hoelang het bestralingsapparaat ( = lineaire versneller) moet stralen om jouw plan uit te voeren.
Dan moet het geheel nog ingevoerd worden in een verificatie systeem. Dit systeem (een computer) is gekoppeld aan het bestralingsapparaat en controleert of de instelling van het bestralingsapparaat overeenkomt met het plan.
De gegevens van het plan worden ook genoteerd op een stralenkaart ( papier).
Uitvoering:
Je geeft de patient (en evt. begeleiders) voorlichting over de radiotherapie en mogelijke bijwerkingen. Je geeft adviezen over o.a. (huid)verzorging.
Aan de hand van de tekening op de patient, de stralenkaart en de gegevens in het verificatie systeem leg je de patient in de juiste houding op de behandeltafel.
Je bedient het bestralingstoestel vanuit een kamer naast de behandelkamer. Via camera’s en interkom houd je contact met de patient.
Vaak worden patienten achtereenvolgens vanuit meerdere richtingen een aantal seconden tot een minuut bestraald.
Vaak komen patienten een paar dagen of weken achter elkaar voor bestraling.
Het merendeel is gewoon thuis, soms liggen mensen opgenomen in het ziekenhuis.
In de periode van de behandeling houd je de conditie en het gewicht van de patient in de gaten en let op bijwerkingen van de bestraling.
Het merendeel van de patienten wordt “uitwendig” bestraald. Het apparaat straalt van buitenaf door het lichaam naar de tumor.
Er zijn ook patienten die “inwendig” worden bestraald (= brachytherapie). Hierbij wordt radioactief materiaal ingebracht in de patient. B.v. in de slokdarm of prostaat. Hier zijn verschillende technieken voor. Voor inwendige bestraling van de slokdarm wordt b.v. gebruik gemaakt van een kleine sterke bron van iridium-192(ongeveer zo groot als een hagelslag korrel). Deze zit vast aan een dunne kabel in een mobiele kluis (afterloadings machine). De patientkrijgt onder verdoving een onderzoek met een scoop om in de slokdarm te kijken welk deel bestraald moet worden. Dan wordt er een flexibele holle slang ingebracht in de slokdarm die wordt aangesloten op het afterloading apparaat. Vanuit een andere kamer kan je dan de bron in de patient sturen. Je voert in hoever de bron uit de kluis moet komen en hoelang hij daar moet blijven staan. Dan laat je de bron b.v. 5 mm opschuiven en daar weer een aantal seconden stralen. Zo kan je elke gewenste lengte bestralen. De bestralingstijd is totaal ongeveer een kwartier. Dan gaat de bron weer in de kluis.
Bij inwendige bestraling van de prostaat werk je met kleine (weer ongeveer zo groot als een hagelslagje) jodium-125 bronnen. Deze zijn vele malen zwakker dan het hierboven genoemde iridium. Op de operatiekamer doe je volgens het gemaakte plan b.v. 4 bronnetjes in een holle naald. Deze naald wordt dan, onder verdoving natuurlijk, door de huid heen in de prostaat geprikt. Daar worden de bronnetjes achter gelaten. Dit herhaalt zich ongeveer 20 keer zodat er ca. 80 bronnetjes in de prostaat komen! Deze blijven daar altijd zitten.
Funktie differentiatie:
Soms zijn de taken van voorbereiding, uitvoering en inwendige bestraling gesplitst.
Vraag 3 door Elvira:
Moet ik technisch zijn of wiskundig om het eventueel ook te worden?
Je moet kunnen omgaan met gecompliceerde apparatuur en met computers willen werken.
Het is wel makkelijk als je wiskunde hebt gehad. Als er een storing is bel je gewoon de technische dienst dus je hoeft niet zelf te sleutelen ofzo maar je moet natuurlijk wel een beetje weten hoe de apparatuur in elkaar zit en werkt.
Vraag 4 door Fleur:
Is er ook gevaar met straling?
Er zijn strenge regels en normen opgesteld die ervoor moeten zorgen dat het beroep van radiotherapeutisch laborant net zo veilig is als het veiligste beroep. Om te controleren of je een stralingsdosis hebt opgelopen(en zo ja, hoeveel) moet je altijd een metertje dragen.
De dosis die dan afgelezen wordt blijkt altijd minder dan 10% te zijn van wat wettelijk is toegestaan. Populair gezegd: Werk je met straling, dan is de kans dat je door die straling komt te overlijden minder dan een tiende van de kans dat iemand die in het bank- en verzekeringswezen komt te overlijden, omdat hij z'n nek breekt over z'n aktetas.
Van zo'n risico hoef je dus echt niet wakker te liggen!
Vraag 6 door Loesje:
Wat doe je de hele dag?
Zie ook het antwoord op vraag 2 van Hugo.
Als je werkt in de uitvoering (wij noemen dat “op het toestel”) staan daar bij ons 4 laboranten ingedeeld. 2 daarvan “lopen” oftewel behandelen de patiënt. Eentje zit achter de bediening van het toestel en roept in het verificatie systeem de volgende patiënt op. De vierde verzorgt de administratie, vult voorraden aan, haalt zonodig de status op bij de voorbereiding etc. Na een uur wissel je. Zo kan je goed je aandacht bij je werk houden.
Vraag 7 door Marc:
Waar werk je?
Ik werk in het RISO (Radiotherapeutisch Instituut Stedendriehoek en Omstreken) te Deventer. Dit is één van de 6 zelfstandige instituten. We werken samen met het Deventer Ziekenhuis.
Er zijn ook ziekenhuizen met een afdeling radiotherapie. Je vind ze zowel in academische als niet-academische ziekenhuizen.
Vraag 8 door Tommy:
Welke opleiding moet je doen om dit te worden?
Er is een opleiding HBO-MBRT (Medische Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken) die opleidt voor een breed vakgebied (naast radiotherapie ook radiodiagnostiek en nucleaire geneeskunde). De opleiding zit in Groningen, Haarlem en Eindhoven.
Vraag 9 door Tiffany:
Is het een zwaar beroep?
Als ik op een verjaardag ofzo vertel dat ik mensen met kanker bestraal krijg ik vaak de reactie “0, dat zal wel heel zwaar zijn”. Ze denken dan: kankerpatiënten, dus die gaan dood dus heerst er een begrafenissfeer. Dat is gelukkig niet zo. Het grootste deel van de patiënten wordt bestraald om ze te genezen. Ik werk in een leuk team met fijne collega’s waarin ook veel gelachen wordt. Natuurlijk vereist het omgaan met de patiënten tact en invoelingsvermogen. Ze komen niet voor de lol. Vooral voor de eerste bestraling zijn alle patiënten gespannen. Een groot deel van de patiënten voelt zich echter niet ziek! En als ze dan een paar weken achter elkaar dagelijks voor hun bestraling komen bouw je toch een band met ze op. Ze vertellen b.v. dat ze het weekend naar hun kinderen gaan of wat anders wat ze bezig houdt. Het is echt niet zo dat je alleen maar over zware onderwerpen praat. Aan de andere kant kom je ook schrijnende situaties tegen. B.v. een jonge vrouw op een brancard die voor een eenmalige bestraling komt om de pijn te bestrijden. Je weet dan dat ze niet te genezen is. Vaak is de echtgenoot er dan bij. Zowel de patiënt als de echtgenoot hebben dan opvang nodig. Het is logisch dat je je dit aantrekt. Je moet het echter wel los kunnen laten en niet mee naar huis nemen.
Je vraag letterlijk genomen: Het kan zwaar zijn om patiënten over te tillen vanaf een brancard. Maar daar zijn wel hulpmiddelen voor. Ook moet je de patiënten positioneren voor elke bestraling. Ze liggen meestal op hun rug op tafel en je moet ze dan b.v. iets meer op de linker- of rechter zij draaien zodat ze net zo liggen als toen het bestralingsgebied werd aangetekend. Soms verricht je eenvoudige verpleegkundige handelingen zoals helpen bij het uit- en aankleden of het verbinden van een wond.
Ook loop je best veel op een dag. Elke keer van de bestralingsruimte naar de bedieningsruimte en weer terug. Van stagiaires horen we dat het toch wel als vermoeiend wordt ervaren. Aan de andere kant: je hebt geen saaie kantoorbaan en je blijft lekker in beweging!
Vraag 10 door Daisy:
Waarom hebben jullie eigenlijk die witte jas aan?
Dat is om duidelijk te maken aan de patiënten (en begeleiders) dat we bij het personeel horen.
Je bent dan herkenbaar.
Vraag 11 door Jan Willem:
Heb je veel contact met de patiënten?
Dat hangt een beetje af van waar je werkt. Als je bij de uitvoering werkt (op het toestel) dan komen daar toch gauw ongeveer 40 patiënten per dag waarvan jij er dan ongeveer de helft bestraald. Werk je bij de voorbereiding dan komen er wat minder patiënten per dag. Totaal misschien tien en afhankelijk van hoeveel personeel er ingedeeld is heb je misschien met 3 of 4 patiënten contact. Daarna ga je verder met het maken van een plan en berekeningen.
Vraag 12 door Simon:
Is elke dag hetzelfde of juist niet?
Nee, geen dag is hetzelfde. Je ontmoet zoveel verschillende mensen en iedereen is weer anders. Ze hebben allemaal hun eigen verhaal, achtergrond etc. Ook werk je niet elke dag met dezelfde collega samen. |
Meer resultaten:
Gevonden in andere categorieën:
|
|
|