|
|
Ervaringsverhaal
Naam: Laura Robard
School: Amsterdam
Schooltype: HBO
Studie: PABO
Vraag 1
Wat houdt jouw studie precies in? Hoe lang studeer je dit al?
De Pabo betekent eigenlijk Pedagogische Academie voor het Basisonderwijs. Deze studie houdt in dat je veel leert over kinderen. Bijvoorbeeld hoe een kind zich stapje voor stapje ontwikkelt, maar ook hoe je iets een kind iets moet leren en hoe je een kind kan helpen als iets niet lukt.
Je krijgt lessen in verschillende vakken, namelijk:
- Nederlands
- Rekenen/wiskunde
- Wereldoriëntatie (aardrijkskunde, natuuronderwijs en geschiedenis)
- Beeldende Vorming; dus knutselen, maar ook met hout of andere materialen dingen maken.
- Pedagogiek; je leert veel over opvoeding, maar ook over kinderen die iets ‘speciaals’ hebben. Zoals ADHD, autisme, syndroom van down, etc.
- Muziek; kinderliedjes zingen
- ICT; computerles
- Drama; toneelspelen
- Bewegingsonderwijs; hoe geef je kleutergym
Verder moet je wel je best doen voor Rekenen/Wiskunde en Nederlands. Je moet voor deze vakken namelijk extra tentamens doen om te kijken of je wel goed kunt rekenen en de Nederlandse taal wel goed beheerst. Dat is namelijk wel belangrijk als je juf of meester bent.
Behalve de lessen loop je ook nog heel veel stage. In het eerste en het tweede jaar is dat 1 dag in de week, in het derde en het vierde jaar is dat twee dagen in de week. Hier leer je heel veel en merk je heel snel of je het leuk vindt om juf of meester te zijn.
Ik studeer nu 3,5 jaar. Dit is mijn laatste jaar.
Vraag 2
Waar studeer je? Hoe heb je jouw studie gekozen? Heb je veel open dagen afgelopen?
Ik volg mijn studie in Amsterdam. Ik vond het heel moeilijk een studie te vinden die bij mij past. Ik heb eerst een andere studie gedaan, Journalistiek, maar dat vond ik niet leuk. Daarna heb ik deze studie gekozen en daar ben ik wel blij mee. Ik heb niet veel open dagen afgelopen. Meestal zijn dit toch verkooppraatjes en daar hou ik niet zo van. Je kunt het beste proberen contact te leggen met mensen die de studie doen en aan hun vragen hoe de hogeschool is. Veel Pabo’s staan slecht aangeschreven. Dat betekent dat mensen ze niet zo goed vinden. Dat is ook over de Pabo van Amsterdam. Ik denk dat waar je ook studeert je moet leren om goed te plannen en zorg dat je van al je werk kopieën hebt (of dat je het goed in de computer opslaat).
Vraag 3
Welke vooropleiding moet je hebben voor deze studie?
Je moet Havo hebben gedaan voor de Pabo. Het is namelijk een HBO studie. Je kunt ook eerste een MBO doen. Ik heb zelf eerst mijn Havo afgemaakt.
Vraag4
Wat vind jij het allerleukste aan deze opleiding?
Dat je heel veel stage loopt. Het is hartstikke leuk om met kinderen te werken.
Vraag 5
Wat vind jij het minst leuke aan deze opleiding?
Dat je heel veel dingen moet maken. Je moet zelf lessen bedenken en soms ook lesmateriaal maken. Dan moet je een leskist maken, of een kwartetspel. Dat is ook wel leuk, maar het kost heel veel tijd en uiteindelijk gebruik je het niet zo vaak.
Sommige mensen noemen het ook wel de knip-en-plak-school J.
Bovendien moet je op alles wat je hebt gedaan reflecteren. Dat betekent dat je naar jezelf moet kijken hoe je het hebt gedaan en of je het misschien anders had kunnen doen. Soms word ik gek van al dat gereflecteer!
Vraag 6
Wat wil je later gaan doen met deze studie? Wat wil je worden hiermee? Of ga je hierna nog verder studeren?
Ik wil heel graag juf worden op een basisschool. Misschien ga ik nog wel eens Pedagogiek studeren, maar dat weet ik nog niet zeker.
Vraag 7
Wat is er zo interessant aan werken met kinderen, wat is je favoriete klas?
Kinderen zijn zo leuk omdat ze eerlijk zijn, ze enthousiast zijn en vaak ontzettend lief. Je kunt leuk met kinderen discussiëren en het is ontzettend leuk om te zien dat een kind iets kan omdat jíj hem of haar geleerd hebt.
Ik vind eigenlijk alle klassen leuk, maar ik vind het minder leuk om met kleuters te werken. Daarom wil ik liever groep 3,4,5,6,7 of 8 lesgeven.
Vraag 8
Loop je ook stage met deze studie? Hoe zit dat precies, is het erg zwaar?
Ja, je loopt veel stage. In het eerste en het tweede jaar is dat één dag in de week, in het derde en het vierde jaar is dat twee dagen in de week. In het 1e, 2e en 3e jaar heb je ook nog 2x in het jaar een stageweek. Dan loop je dus de hele week stage.
Stage betekent dat je naar een basisschool gaat waar je in een klas mag meedraaien. In het eerste jaar moet je vooral kijken (observeren) maar ook lesjes geven. In het tweede jaar mag je dan iets meer doen en in het derde jaar moet je een gedeelte van de dag of zelfs de hele dag helemaal alleen doen. Omdat je dat opbouwt vanaf het eerste jaar gaat dat meestal wel goed.
Stage is soms wel moeilijk, je hebt natuurlijk altijd lastige klassen waar de kinderen niet zo graag willen luisteren, die gaan je uitproberen. Verder heb je meestal in elke klas wel 1 of meerdere kinderen die wat lastiger zijn. Als goede juf of meester moet je die ook mee kunnen krijgen met alle activiteiten van de dag. Soms is het wel eens lastig, maar je leert er heel veel van!
Ik vond de stageweken altijd heel zwaar. Dan moet je dus een week lang heel vroeg op (op de meeste scholen moet je om 8.00 uur zijn) en omdat je zoveel nieuwe dingen leert ben je daarna erg moe.
Vraag 9
Hoeveel uur per week ben je kwijt aan studeren? Is jouw studie moeilijk?
Poeh, dat is moeilijk om te zeggen. In principe heb je elke dag les in het 1e, 2e en in het begin van het 3e jaar. Je gaat dan rond 9 uur naar school en bent de ene keer vroeg klaar en de andere keer wat later. Naast de lessen moet je ook nog zelfstudie doen. Je moet opdrachten maken, je stage voorbereiden en tentamens leren. Hoeveel uur je hier mee bezig bent verschilt erg per student. De ene leert nou eenmaal sneller dan de ander. Als je goed plant, kun je er nog wel genoeg leuke dingen naast doen.
Ik vind mijn studie niet moeilijk, maar het is wel veel werk.
Vraag 10
Als je alles mocht kiezen wat je wilde, wat zou dan jouw droombaan zijn?
JUF!!!
|
Meer resultaten:
Gevonden in andere categorieën:
|
|
|
Terug
Beroepen